Als schrijver leg Dick Kooy zijn waarnemingen en observaties regelmatig vast in verslagen en blogjes. In de column probeert hij in zijn waarnemingen ook een boodschap mee te geven.
Het is nog heel erg vroeg als ik op deze zonnige zaterdagochtend wakker wordt, het is al licht in de tent en ik hoor de tjiftjaf en de gekraagde roodstaart het hoogste lied zingen. We vertoeven een weekendje met vrienden op de camping en het gebeurt wel veel vaker dat ik zeer vroeg wakker ben. “Dank U voor deze nieuwe morgen, dank U voor deze nieuwe dag”, zo begin ik met het liedje dat we als kind al geleerd hebben.
Ik sta op voor een ochtendwandeling en geniet van de rust, de natuur en de ochtendpraal van het Leekstermeergebied en neurie het liedje nog eens. “Dank U dat ik met al mijn zorgen bij U komen mag”, zo gaat het lied verder en overdenk ik deze tekst eens goed. We mógen onze zorgen bij de Heer brengen, maar hoe vaak dóen we dit ook daadwerkelijk?!
Meestal gaan we zelf aan de slag met de oplossingen van onze problemen, de worstelingen van het leven en de strijdpunten die we tegenkomen. We gaan piekeren, krijgen stress en vergroten daarmee alleen maar onze zorgen. In de Bijbel staat zelfs geschreven dat we ons geen zorgen hoeven te maken voor de dag van morgen omdat iedere dag genoeg heeft aan zijn eigen problemen.
In gebed breng ik de dingen die momenteel in mijn hoofd spelen bij God en als ik even later langs het Leekster Hoofddiep verder kuier, bedenk ik me dat de problemen waar ik me mee bezig houd op wereldniveau toch eigenlijk maar weinig voorstellen.
Later op de dag komen we in Leek een ons bekende organist tegen die tijdens een open dag een bezoekje heeft gebracht aan de kerk en daar uiteraard even op het orgel heeft gespeeld. “Welk lied heb je gespeeld?”, wil ik weten en wanneer dan hetzelfde lied genoemd wordt als waar ik vanochtend mee wakker werd, kan ik niet anders dan dit als een knipoog van God te zien, een soort van teken.
De volgende dag maken we op de camping onze eigen dienst en mag ieder een favoriet lied te berde brengen. Ik ga op zoek naar het lied met de woorden ‘Jezus Christus Triomfator, mijn verlosser middelaar’, dat me altijd raakt, maar vind niet wat ik zoek. Tijdens de dienst noem ik voor de vuist weg ‘Samen in de naam van Jezus’ en krijg kippenvel wanneer ik hierin een paar tellen later ‘mijn woorden’ voorbij hoor komen.
Wat ik met dit soort tekenen moet dat weet ik niet, maar het leert me wel dat ik niet alleen ben en me geen zorgen hoef te maken. In de week die volgt hoor ik in een bijbelpodcast een overdenking die hierop mogelijk een antwoord biedt. “Vuur ons aan om deze tekens te verstaan.” Ik zet mijn zorgen aan de kant en maak plaats voor de boodschap, ik luister!